zaterdag 28 december 2013

Leesverslag bij stromingsboek 1880-1940 "Bint" van Ferdinand Bordewijk

1.       Ferdinand Bordewijk, “Bint”
Amsterdam, 2012, 33e druk (eerste druk 1934)
103 pagina’s

Psychologische roman (dystopie)

Samenvatting:
De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen.

De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime op de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk. Aan “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft, werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee.

Als de rapportvergadering plaatsvindt, hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat hij zichzelf van kant zou maken als hij een slecht cijfer zou halen. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek.

Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen als het ware uit zijn lijf en twee leerlingen, Heiligenleven en Punselie, verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66). De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk.

“De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school.

2.       Kenmerken van de nieuwe zakelijkheid:
·         Streven naar sobere functionaliteit en weglaten van alles wat niet nuttig, functioneel en begrijpelijk is (weinig bijvoeglijke naamwoorden, korte zinnen en het “gewone” woord):
De zinnen zijn erg beknopt. Elke zin is niet meer dan één regel lang. Er is geen sprake van overdreven verheven taalgebruik. Naar mijn idee komen er helemaal geen bijvoeglijke naamwoorden in voor. Het is erg begrijpelijk geschreven, in het “gewone” woord, de taal van het volk. Niet alleen komt dit allemaal terug in de schrijfstijl, ook de personages gedragen zich zo: ze spreken kort en bondig, soms worden dingen zelfs begrepen zonder dat er iets gezegd is.
·         Aandacht voor onderwerpen als de stad, het zakenleven, de vooruitgang, de maatschappij:
Het hele boek staat in het teken van opvoeding. De Bree geeft les op een school die strak staat van de orde en tucht. Het gaat alleen maar over hoe de leerlingen goede structuur moeten leren zodat ze later echte mannen in de maatschappij worden. In de overgang van “de Hel” van 4D naar 5C deelt De Bree zijn gedachten: “Zij kwamen aan en bijna schrok De Bree. Want dit werden geen kerels, dit waren kerels. […] Hij zag hier meer dan hij eerst had gezien. Hun verandering was fenomenaal. Zij waren nu de ondankbare leeftijd te boven, zij waren vermenselijkt. […] Maar ja, het kon niet worden geloochend, zij waren gerijpt.” Deze ene klas liep intellectueel iets achter de anderen, maar was hen maatschappelijk ver voor. In één zomer hadden zij zich ontwikkeld tot volwassenen. Zij hadden vooruitgang geboekt.

Ik vind dit boek een perfecte weergave van de nieuwe zakelijkheid. Niet alleen in schrijfstijl, maar ook inhoudelijk is het strak en ordelijk. Het hele boek ademt tucht. Het systeem wordt boven de menselijke emotie gesteld.

wikiwijs.samendelen.nl/get/smpid:6677/DS1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten