donderdag 6 februari 2014

Leeslijst Mondeling Examen (klas 6)

Titel
Schrijver
1e druk
Gelezen druk
Lotte Weeda
Maarten ´t Hart
Augustus 2004
2e druk
Twee Vrouwen
Harry Mülisch
Oktober 1975
25e druk
Hersenschimmen
J. Bernlef
1984
39e druk
Het Geheim
Anna Enquist
Januari 1977
9e druk
Het Gouden Ei
Tim Krabbé
1984
33e druk
Bezonken Rood
Jeroen Brouwers
1981
20e druk
Mariken van Nieumeghen
Onbekend
±1518
Bulkboek 1998
De klucht van de Molenaer
G. A. Bredero
1613
Bulkboek 2012
Reize door het Aapenland
J. A. Schasz
1788
Bulkboek 2012
Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij
Multatuli
1860
16e druk
De Stille Kracht
Louis Couperus
1900
1e filmeditie
Bint
Ferdinand Bordewijk
1934
33e druk
De donkere kamer van Damokles
W. F. Hermans
1958
40e druk


Balansverslag Mondeling Examen (klas 6)

1.       Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
“Het Geheim” van Anna Enquist. Ik speel zelf ook piano en vond het mooi hoe de schrijfster de stukken van Bach verweefd in het verhaal. Ook het thema vond ik bijzonder: hoe is het leven met een gehandicapt familielid? Je staat er niet dagelijks bij stil dat er duizenden huishoudens zijn waar het niet allemaal even makkelijk gaat.

Daarnaast sprak “Lotte Weeda” van Maarten ’t Hart me erg aan. Het was het eerste literaire boek wat ik ooit gelezen heb. Ik merkte dat er veel dubbele interpretaties in zaten en werd enthousiast van het feit dat ik ze kon ontdekken. Verder vond ik het geweldig te lezen dat de hoofdpersoon steeds meer werd betrokken bij de waanbeelden, helemaal tot aan het feit dat hij ook onder de vloek van het noodlot verkeerd. Het boek werkt echt naar een climax toe.

2.       Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?
De literatuurlessen van de Romantiek waren voor mij erg belangrijk. Ik vond dit één van de moeilijkste stromingen. Deze stroming komt naar mijn gevoel ook het vaakst voor. De lessen hebben mij geholpen om de kenmerken terug te zien in de boeken die ik heb gelezen. Ook de lessen waarin we de Bulkboeken lazen, waren erg fijn. Oudnederlands is toch moeilijker te begrijpen dan verwacht, en de les heeft bijgedragen aan het feit dat ik door de moeilijkheid heen kon prikken.

3.       Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Er zijn niet zoveel boeken die ik gelezen heb waarbij het gevoel van weerstand werd opgeroepen, maar “De stille kracht” van Louis Couperus. Dit ligt naar mijn idee aan de stroming, het naturalisme. Het boek kon wel vijf pagina’s weiden aan het beschrijven van een landschap. Hier houd ik niet van, voor mij ligt de sfeer meer in de schrijfstijl en de gebeurtenissen, dan aan de omgeving.

Een ander boek dat enigszins weerstand opriep, was “Bezonken rood” van Jeroen Brouwers. Dit kwam door mijn persoonlijke leesbeleving. De gebeurtenissen in het boek werden zo levensecht beschreven. Deze realiteit was tegelijk weerzinwekkend, waanzinnig en geweldig mooi. Mijn complimenten aan de kwaliteiten van de schrijver. Met dit boek heb ik eigenlijk een haat-liefdeverhouding opgebouwd.

4.       Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Het heeft mij anders leren kijken naar boeken. Ik zag ze eerst als louter vermaak, het liefst met veel actie en spanning: hoe meer, des te beter. Nu besef ik dat literatuur meer is dan dat. De schrijver verwerkt er zoveel meer in dan in eerste instantie zichtbaar. Het heeft mij geleerd dat je niet alles van de eerste indruk af moet laten hangen.

5.       Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Mijn leesniveau is omhoog gegaan van niveau drie naar niveau vijf, ik heb een mooie vooruitgang gemaakt. Achteraf had ik meer persoonlijke indrukken moeten verwerken in de opdrachten, in plaats van me alleen maar aan de opdracht te houden. Dit had me meer geholpen met de voorbereiding voor mijn mondeling examen. Ik heb geleerd kritischer te zijn en ik heb geleerd om literatuur te waarderen om de literatuur, niet louter omdat het verhaal mij al dan niet aansprak.

6.       Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Ik lees nog altijd met veel plezier en blijf dat in de toekomst zeker doen. Ik vrees echter dat er de komende jaren weinig van gaat komen – ik ben zelf erg bètagericht, daarnaast vergt studie veel tijd – maar als er vrije tijd is, duik ik lekker in een boek.

7.       Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?

Het werd pas vrij laat in de bovenbouw duidelijk wat precies de bedoeling was van het mondeling. Als ik eerder had geweten dat er bijvoorbeeld gevraagd werd naar stromingen in de moderne literatuur, dan had ik daar meer over kunnen vertellen in verwerkingsopdrachten uit klas vier. Nu is het dusdanig lang geleden dat ik die boeken gelezen heb, dat ik dit niet zo makkelijk meer kan achterhalen. 

maandag 27 januari 2014

Leesverslag bij stromingsboek 1950-1980 "De donkere kamer van Damokles" van Willem Frederik Hermans

1.       Willem Frederik Hermans, “De donkere kamer van Damokles”
Amsterdam, 2008, 40e druk (eerste druk 1958)
334 pagina’s

Oorlogsroman en detectiveroman

Samenvatting:
Moeilijkheden in het ouderlijk huis en eigen onvolgroeid uiterlijk zijn er de oorzaak van dat Osewoudt, de hoofdpersoon, van zijn omgeving geïsoleerd raakt. Hij trouwt met zijn lelijke nicht Ria en lijkt een leven zonder afwisseling tegemoet te gaan als sigarenwinkelier.

De oorlog brengt echter de spanning die hij zich gedroomd had. Een luitenant van het leger, Dorbeck, die sprekend op Osewoudt lijkt, betrekt hem bij zijn activiteiten in het verzet. Osewoudt ontwikkelt voor hem foto's en pleegt in zijn opdracht een aanslag in Haarlem. Dorbeck verdwijnt echter spoedig van het toneel: waarschijnlijk komt hij om wanneer een vliegtuig neerstort op zijn huis in Amsterdam.

Een aantal jaren later neemt Dorbeck echter opnieuw contact op met Osewoudt. Hij krijgt opdracht om Elly, een Engelse agente, verder te helpen en de gevaarlijke Lagendaal te vermoorden. Erg veel geluk heeft hij niet: Elly verdwijnt spoorloos, zijn helpster in de zaak-Lagendaal, ‘Hé jij’, wordt gearresteerd en ook hijzelf wordt spoedig door de Duitsers gezocht. Ondanks het feit dat hij vermomd is, weten ze hem te vinden. Hij wordt ondervraagd, maar uit de vragen en getuigenverklaringen wordt het hem duidelijk, dat de Duitsers Dorbeck en niet hem zoeken. Door enkele illegalen wordt Osewoudt uit het ziekenhuis waar ze hem naar toe gebracht hebben bevrijd. Nog dezelfde nacht wordt hij weer opgepakt en met hem een groepje illegalen bij wie hij ondergedoken zat; onder hen zijn joodse vriendin Marianne.

Deze keer duurt zijn gevangenschap langer. Het is Obersturmführer Ebernuss die hem vrijlaat, wanneer deze zelf wil deserteren. Hij heeft ervoor gezorgd dat Marianne niet naar Duitsland werd getransporteerd en in ruil daarvoor moet Osewoudt hem in contact brengen met de illegalen. Voor Ebernuss loopt het echter slecht af, want in opdracht van Dorbeck vergiftigt Osewoudt hem.

Dorbeck geeft Osewoudt een onderduikadres, maar deze reist naar het bevrijde Zuiden en meldt zich bij de Nederlandse Strijdkrachten. Daar wacht hem een warme ontvangst: hij wordt gevangen genomen en beschuldigd van verraad. Door aperte leugens en verdraaiingen van de waarheid krijgt Osewoudt de schuld van de arrestatie van Elly en ‘Hé jij’. Zowel voor de Engelse inlichtingendienst als voor de Nederlandse justitie is Osewoudt een spion van de Gestapo die met behulp van foto's in illegale organisaties is binnengedrongen en zo honderden slachtoffers heeft gemaakt. Bewijzen kunnen niet tegen hem worden aangebracht, maar Osewoudt slaagt er van zijn kant niet in zijn onschuld te bewijzen. Het beroep op Dorbeck is vergeefs, want Dorbeck is en blijft onvindbaar; alle betrouwbare getuigen zijn dood en andere bewijsstukken verdwenen. Tenslotte wordt Osewoudt op een laffe manier neergeschoten wanneer hij in uiterste wanhoop naar buiten rent.

2.       Kenmerken van een oorlogsroman:
·         Verhaalopening lijkt willekeurig:
Dit is zeker duidelijk aanwezig in dit boek. De eerste regel van de roman is “Dagenlang zwierf hij rond op zijn vlot, zonder drinken.” Het is een passage uit een boek wat wordt voorgelezen op school. Het roept veel verwarring op en heeft naar mijn mening totaal niks te maken met het verhaal.

·         Vaak een open einde:
Hierover valt te twisten. Aan de ene kant heeft het boek een duidelijk einde, de dood van Osewoudt. Aan de andere kant blijven met zijn dood vele vragen onbeantwoord, niet allerminst de vraag “bestaat Dorbeck echt?”.

·         Veel wordt aan creativiteit van de lezer overgelaten:
Het begin van het boek is duidelijk te volgen. Het is oorlog en Osewoudt gaat daar een rol in spelen. Naarmate het verhaal vordert raak je als lezer steeds achterdochtiger of Osewoudt wel de waarheid spreekt en of zijn bedoelingen wel helemaal zuiver zijn. Je vermoedens blijven vermoedens omdat je de situatie vanuit Osewoudt beleeft, je voelt met hem mee. Tegen het einde gebeuren er zulke rare dingen dat je uiteindelijk met je eigen creativiteit en fantasie de losse eindjes aan elkaar moet knopen. Tevens vind ik dit een sterk punt van het boek: het zet je als lezer erg aan het denken en geeft ruimte voor eigen interpretatie.

·         Geen duidelijke chronologie, waarbij veel flashbacks of hele periodes die overgeslagen worden:
Dit is niet geheel van toepassing op dit boek. Er worden soms wel wat periodes overgeslagen, bijvoorbeeld wanneer Osewoudt een aantal jaren niets van Dorbeck hoort, maar er wordt weinig gebruik gemaakt van flashbacks en de chronologische volgorde is recht toe recht aan van verleden naar heden.

·         Een chaotische, absurde wereld, waarin het leven psychologisch  geanalyseerd wordt en als uitzichtloos, vol teleurstellingen wordt gezien:
Omdat het oorlog is, is de wereld chaotisch en absurd: je weet niet wie je kunt vertrouwen en wat je precies moet doen. Er vinden verscheidene teleurstellingen plaats: wanneer Osewoudt erachter komt dat zijn kind dood geboren is, teleurstelling in zichzelf  wanneer hij er niet in slaagt alle opdrachten volledig en goed uit te voeren, en teleurstelling in Dorbeck, wanneer deze onvindbaar is.

·         De hoofdpersonen zijn vaak anti-helden (denk hierbij anti-helden, die hun doel niet bereiken, maar ze tonen wel hun ware aard (zonder valse beschaving), ze leven met hun eigen normen en doorbreken daarmee taboes op maatschappelijk en seksueel gebied:
Osewoudt slaapt met behoorlijk was meisjes, dit doorbreekt het taboe op seksueel gebied enigszins (zijn oom Bart is het hier zeker niet mee eens, maar toch doet hij wat hij zelf wilt). Osewoudt probeert graag een held te zijn door zich te voegen bij het verzet, maar eindigt uiteindelijk in het gevang en bereikt eigenlijk zijn doel niet: als held te worden geaccepteerd voor zijn goede werk tijdens de oorlog. Het gehele boek door houdt hij echter wel vast aan zijn eigen normen en waarden.

3.       Kenmerken van een detectiveroman:
·         Er is sprake van een misdaad:
In het boek worden verschillende misdaden gepleegd. Er worden (naar zeggen) verscheidene NSB’ers geëlimineerd en er wordt volop verzet gepleegd tegen de Duitsers. Verder is er ook sprake van landverraad.

·         Amateur- of beroepsdetective lost het op:
Eerst de Obersturmführer Ebernuss en later de Nederlandse Strijdkrachten proberen uit te zoeken waar Osewoudt al dan niet schuldig voor is. De oplossing blijft echter uit.

·         Dader is al vroeg aanwezig:
Hoewel er geen sprake is van een zekere dader, zijn beide verdachten de hoofdpersonen en vanaf het begin al aanwezig in het boek.

·         Kandidaat-daders maken het ingewikkeld:
Dit is zeker waar, maar het zijn kandidaten voor verschillende misdaden. Osewoudt zou de dader kunnen zijn van het landverraad  dat zogezegd gepleegd zou zijn. Hij schuift op zijn beurt de “schuld” af op Dorbeck. Volgens Osewoudt heeft hij zeker geen landverraad gepleegd, maar is hij juist actief geweest in het Verzet.

·         Oplossen overheerst, karakterontwikkeling is ondergeschikt:
Ik vind niet dat het boek voldoet aan dit kenmerk. Er wordt heel veel aandacht besteedt aan de karakterontwikkeling, het oplossen is eerder een bijzaak.

Ik vind dit boek eerder een oorlogsroman dan een detectiveroman, maar het vertoont van beide zeer sterke kenmerken. Een oorlogsroman komt op mij wel meer literair over dan een detectiveroman, zeker omdat hierin ook de karakterontwikkeling ontbreekt/ondergeschikt is. Dit boek is naar mijn mening heel sterk een oorlogsroman, omdat het aan bijna alle kenmerken wel voldoet.